Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Samuel zich ook nedergelegd had, eer [6]de lampe Gods uitgedaan werd, in [7]den tempel des HEEREN, waar de ark Gods was, 6. Hij spreekt van de lamp, die op den gouden kandelaar stond, die den gansen nacht van den avond tot aan den morgen moest branden, dan bluste men dezelve uit; Ex.27:21; Lev.24:3; 2 Kron.13:11. 7. Dat is, in een van de kamertjes nabij of omtrent den tabernakel, want de tempel was in dezen tijd nog niet gebouwd.